Genesis 27:30

SVEn het geschiedde, als Izak voleindigd had Jakob te zegenen, zo geschiedde het, toen Jakob maar even van het aangezicht van zijn vader Izak uitgegaan was, dat Ezau, zijn broeder, van zijn jacht kwam.
WLCוַיְהִ֗י כַּאֲשֶׁ֨ר כִּלָּ֣ה יִצְחָק֮ לְבָרֵ֣ךְ אֶֽת־יַעֲקֹב֒ וַיְהִ֗י אַ֣ךְ יָצֹ֤א יָצָא֙ יַעֲקֹ֔ב מֵאֵ֥ת פְּנֵ֖י יִצְחָ֣ק אָבִ֑יו וְעֵשָׂ֣ו אָחִ֔יו בָּ֖א מִצֵּידֹֽו׃
Trans.wayəhî ka’ăšer killâ yiṣəḥāq ləḇārēḵə ’eṯ-ya‘ăqōḇ wayəhî ’aḵə yāṣō’ yāṣā’ ya‘ăqōḇ mē’ēṯ pənê yiṣəḥāq ’āḇîw wə‘ēśāw ’āḥîw bā’ miṣṣêḏwō:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat, Ezau, Izaak, Izak, Jakob

Aantekeningen

En het geschiedde, als Izak voleindigd had Jakob te zegenen, zo geschiedde het, toen Jakob maar even van het aangezicht van zijn vader Izak uitgegaan was, dat Ezau, zijn broeder, van zijn jacht kwam.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יְהִ֗י

En het geschiedde

כַּ

-

אֲשֶׁ֨ר

als

כִּלָּ֣ה

voleindigd had

יִצְחָק֮

Izak

לְ

-

בָרֵ֣ךְ

te zegenen

אֶֽת־

-

יַעֲקֹב֒

Jakob

וַ

-

יְהִ֗י

zo geschiedde het

אַ֣ךְ

maar

יָצֹ֤א

even

יָצָא֙

uitgegaan was

יַעֲקֹ֔ב

toen Jakob

מֵ

-

אֵ֥ת

-

פְּנֵ֖י

het aangezicht

יִצְחָ֣ק

Izak

אָבִ֑יו

van zijn vader

וְ

-

עֵשָׂ֣ו

dat Ezau

אָחִ֔יו

zijn broeder

בָּ֖א

kwam

מִ

-

צֵּידֽוֹ

zijn jacht


En het geschiedde, als Izak voleindigd had Jakob te zegenen, zo geschiedde het, toen Jakob maar even van het aangezicht van zijn vader Izak uitgegaan was, dat Ezau, zijn broeder, van zijn jacht kwam.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!